MATERIAALLIJST

Al of niet digitaal toestel met beveiligde meetkabels, voor het meten van spanning, stroom en weerstand.
Klein type schroevedraaier waarmee u kunt nagaan of er spanning is in bijv. stopcontacten.
TREKVEER
Ook kabeltrekker genoemd. Diverse draden kunnen ermee door een PVC-buis getrokken worden.
METAALZAAG
Het geschikte instrument om metaal maar ook PVC door te zagen. Een junior metaalzaag zal volstaan.

Bedoeld om de isolerende bekleding van een geleider af te strippen, zonder de kern van de geleider te beschadigen.

Kies een model met geïsoleerde greep. U kunt er de punt van voedingsdraden mee ombuigen.

Dankzij de verwisselbare mesjes hebt u altijd een vlijmscherp instrument bij de hand.

Een model op accu is uiteraard aangewezen als u de stroom moet afleggen.

De snelste manier om sleuven in de muur te maken is ze te schijven. Draag beschermkledij en -bril.
SPANNING De spanning kan vergeleken worden met de waterdruk. Bij een hogere druk kan, in een gelijke tijdsperiode, meer water naar de plaats van bestemming gebracht worden. Bij een hogere spanning kan meer elektriciteit getransporteerd worden. De spanning wordt uitgedrukt in volt (V). | |
VERBRUIK
Het verbruik kunt u afleiden van het vermogen. U hoeft alleen maar het vermogen (in watt of kilowatt) te vermenigvuldigen met de werkelijke tijd van inschakeling. De verbruikseenheid is kilowattuur (kWh), of m.a.w. het verbruik van 1 kilowatt=1000 watt in het tijdsbestek van één uur. Zo zal een straalkacheltje van 1500W, dat één uur brandt zonder dat de thermostaat afslaat, 1500 wattuur of 1,5 kilowattuur (kWh) verbruiken. Een spaarlamp van 17 W moet ongeveer 59 uren branden om 1 kWh te verbruiken. Het verbruik wordt geregistreerd door de elektriciteitsmeter. |
|
|
NIEUWBOUW EN UITBREIDING
De aarding (aardelektrode) leidt de foutstroom af, ingeval een persoon een defect toestel aanraakt. Daarom moet er verplicht een funderingslus (koperen geleider) van minstens 35 mm² in de funderingsleuven van de buitenmuren (min. diepte 60 cm) worden gelegd. |
AARDING ONDERBREKER
De uiteinden van de koperen lus worden op een aansluitklem aangesloten. De waarde van de aarding moet minder dan 100 ohm zijn. Zo niet moeten bijkomende geleidende staven in de grond gedreven worden. Een aarding onderbreker (verplicht!) laat toe de aardingsweerstand te meten. |
|
|
VERBOUWING
Bij verbouwingen volstaat het koperen of gegalvaniseerde aardstaven in de grond te slaan. Op die manier kunt u een spreidingsweerstand bereiken van max.. 100 ohm. De verbinding tussen de aardstaaf en de aard-onderbreker gebeurt door een geïsoleerde koperen (geel-groene) geleider van minstens 16mm². |
EQUIPOTENTIALE VERBINDINGEN
Zelfs een adequate aarding kan niet voorkomen dat er stroom komt op geleidende delen die niet tot de elektrische installatie behoren: steun- en betonijzers, alu ramen, stalen deurlijsten,... Daarom maakt men de hoofdequipotentiale verbinding. Deze houdt in dat alle genaakbare geleidende delen van de constructie en alle leidingen van gas, water en centrale verwarming onderling en met de aarde verbonden worden. Daarnaast zijn er bijkomende equipotentiale verbindingen in onder meer de badkamer (zie het betreffende hoofdstuk). |
|
|
||||||||||||
|
VERLICHTING
De hoeveelheid stroom die kan doorgelaten worden, is afhankelijk van de diameter van de leiding. Voor de verlichting zullen leidingen met een diameter van 1,5 mm² volstaan. Voorzie in elke ruimte minstens 1 lichtpunt. In de keuken voorziet u een extra verlichting boven het werkblad. |
|||||||||||
STOPCONTACTEN
Stopcontacten worden voorzien in alle ruimtes van de woning, zodat u overal terecht kunt met uw huishoudtoestellen. Per stroombaan moet hun aantal beperkt blijven tot acht. U gebruikt een geleider met een diameter van 2,5 mm². Zet geen lichtpunten en stopcontacten op dezelfde stroombaan. |
|
|
ZWARE TOESTELLEN
Naar koelkast en diepvriezer worden aparte stroombanen gelegd (2,5 mm²) met één stopcontact. Zo vermijdt u dat een fout in een ander toestel de diepvriezer zou uitschakelen. Voor wasmachine of vaatwasmachine neemt u geleiders van 4 mm² en zelfs 6 mm² voor een elektrisch fornuis |
|
|
||||||||||||||||
|
|
MES
Alvorens draad te kunnen strippen, zult u eerst de soepele buitenmantel rond de geleiders moeten opensnijden. Bij een tweelingsnoer snijdt u eerst de 2 aders los van elkaar. Gebruik hiervoor het speciale elektricien mes of de gekende cutter. |
DRAAD STRIPTANG
Een draad striptang heeft een bek met een scherpe V-vormige uitsparing waarmee de isolatiemantel van een geleider wordt doorgesneden, en een instelschroef die u instelt volgens de diameter van de koperader. Als u de tang dichtknijpt wordt de isolatie doorgesneden zonder dat de geleider beschadigd wordt. |
|
|
STRIPPEN
Eens de isolatie doorgesneden is, kunt u de isolatiemantel netjes van het koper schuiven. De aders moeten niet meer dan 1 cm ontbloot worden. Met de automatische draad striptangen vormt dit geen probleem. Die zijn al ingesteld op deze lengte en strippen de draad feilloos af. |
TWISTEN
Draai de koperdraadjes van de ader stevig in elkaar, zodat u ze gemakkelijk in de contacten kunt inbrengen, zonder dat er draadjes buiten vallen. Soms kan het handig zijn om de uiteinden van de geleiders eventjes over te plooien met een lange bektang, alvorens ze in de contacten te steken. |
|
|
ISOLEREN
Een geleider waarvan de isolatiemantel beschadigd is, is gevaarlijk. Breng dan een nieuwe geleider in de PVC-buis. Ook bij de soepele kabels kan het gebeuren dat de isolatie niet meer optimaal is. In dit geval kunt u speciale kleefband gebruiken die elektrische draad kan isoleren. |
|
OPBOUW/INBOUW
De bedrading loopt via de verdeeldozen naar schakelaars enerzijds en stopcontacten anderzijds. Het opbouwstopcontact wordt op de muur aangebracht; het inbouwstopcontact in de muur. Zo’n inbouwstopcontact zit op een inbouwdoos gemonteerd, die u in de muur moet aanbrengen (hakwerk) |
AANSLUITING
U sluit uiteraard de groen-gele aardegeleider aan op het contact gemarkeerd met de typische horizontale streepjescode. De fasedraad komt aan het ‘P’-contact, de nul-draad aan het andere contact. |
|
|
BEVESTIGING
Uiterst links en uiterst rechts van het metalen plaatje van het stopcontact, zitten 2 klemmen die het geheel in de inbouwdoos vastzetten: eventueel eerst de schroeven iets losdraaien, het geheel in de doos steken en daarna de schroeven goed vastzetten. Daaraan bevestigt u het afdekplaatje. |
KINDVEILIGE STOPCONTACTEN
Kinderen peuteren wel eens in stopcontacten. Kies daarom voor kindveilige modellen. Hier worden de gaatjes afgesloten door een kunststof plaatje, met een verend mechanisme dat een halve slag kan draaien, of door clipsen die pas wanneer er 2 pennen ingeduwd worden, doorgang verschaffen. |
|
|
AFTAKKEN
Bij nieuwbouw kunt u aftakken via verdeeldozen. Bij oudere gebouwen zult u ingebouwde modellen moeilijk terugvinden. Als u dan een extra stopcontact wilt plaatsen, dan mag u aftakken van een bestaand stopcontact, indien die leiding max. 8 stopcontacten zal tellen Èn de draad 2,5 mm² dik is. |
DUBBELPOLIGE SCHAKELAAR
Bij een dubbelpolige schakelaar wordt niet alleen de fasedraad onderbroken, maar ook de nul-draad. Het doet er niet toe waar de blauwe en de bruine draad toekomen. Er zijn 4 contactpunten (waarvan 2 met een P). Let er op dat de schakeldraad vertrekt vanuit het contact waar de fasedraad toekomt. j een dubbelpolige schakelaar wordt niet alleen de fasedraad onderbroken, maar ook de nul-draad. Het doet er niet toe waar de blauwe en de bruine draad toekomen. Er zijn 4 contactpunten (waarvan 2 met een P). Let er op dat de schakeldraad vertrekt vanuit het contact waar de fasedraad toekomt.
|
|
LUSTER
Om een hanglamp te bevestigen, hebt u een zogenaamd ophangplaatje nodig (klein plastic plaatje met 3 gaten). Haal het snoer van de lamp door de afdekkap en vervolgens door 2 gaatjes van het ophangplaatje. |
VERBINDING
Verbind de plafonddraden met het snoer van de lamp door middel van een kroonsteentje (‘suiker’). Hier zijn de verbindingen geïsoleerd. Met een schroef blokkeert u de draden. Schuif tot slot de afdekkap over de verbinding. |
|
|
WAND- OF PLAFONDLAMP
Wand- of plafondlampen kunt u rechtstreeks bevestigen nadat u eerst de elektriciteitsdraden door de daartoe voorziene opening hebt gehaald. Schroef de draden op de lampfitting vast met de daartoe voorziene schroefjes. |
TL-LAMP
Ook bij TL-lampen ha u de draden door zo’n opening. Schroef de bevestigingsplaat op het plafond. Verbind de respectieve draden op het ‘suikertje’ van de TL-armatuur: bruin op de fase, blauw op de nul, groen/geel op de aarding. Dan kunt u de lamp en het deksel aanbrengen. |
|
![]() |
TRANSFORMATOR
In de woning wordt hij meestal gebruikt om de spanning van 220V om te zetten in een lage spanning (12V), voor onder meer de deurbel, deur ontsluiter, parlofoon en halogeenverlichting. | |
|
EQUIPOTENTIAALVERBINDING
Metalen delen zoals bad, douchekuip, waterleidingen, radiator, metalen deurlijsten en waterverwarmer worden met elkaar en met de aarde verbonden. Dit noemt men een bijkomende equipotentiaalverbinding. |
DIFFERENTIEEL SCHAKELAAR
Voor vochtige lokalen is een bijkomende differentieel schakelaar met een gevoeligheid van ten hoogste 30mA verplicht. Ook wasmachine, linnendroger en vaatwasser moeten met eenzelfde schakelaar beveiligd zijn. Ga regelmatig na of de schakelaar goed werkt. Druk de testknop in en schakel opnieuw in. |
|
VOLUMES
De badkamerruimte wordt opgesplitst in verschillende zones of ‘volumes’ rond de badkuip: het volume-omhulsel, het beschermingsvolume en resterende ruimte. In de eerste twee ruimtes mag u niet met elektriciteit komen, tenzij op 12 volt. |
VOLUME 1
In het volume van het bad, tot een hoogte van 2,25 m (volume 1 of het zgn. volume-omhulsel) mag er geen enkel lichtpunt of stopcontact gemonteerd worden. Uitzonderingen hierop zijn een vast opgestelde waterverwarmer en toestellen op lage spanning. |
|
VOLUMES 2 EN 3
In zone 2 of zgn. beschermingsvolume van 60 cm rond het bad zijn ook lichtarmaturen die mechanisch beschermd zijn, toegelaten. In de rest van de badkamer zijn vast opgestelde toestellen, schakelaars en contactdozen toegelaten, als ze beschermd zijn tegen verticaal invallende druppels (zie logo). |
STROOM AFLEGGEN
Ook al bent u gewoon met elektriciteit om te gaan, en weet u precies wat u moet doen, leg altijd de stroom af, ten minste van de stroomgroep waarin u werkt, en desnoods de hoofdschakelaar. |
GEREEDSCHAP
Elektriciteit is vooral een kwestie van geleiden. Om dit risico te beperken, bestaat er handgereedschap met een geïsoleerde greep. Gebruik dus zeker geen gereedschap met een metalen greep die niet geïsoleerd is. Gebruik alleen elektrische toestellen die dubbel geïsoleerd zijn. |
ZEKERINGEN
Als een smeltzekering gesmolten is, probeer dan niet met koperdraadjes of dergelijke de zekering te herstellen. Gooi ze onverbiddelijk weg en vervang ze door nieuwe. |
VERBINDINGEN
Verbind nooit twee draden met elkaar zonder een suikertje of verbindingsplaatje te gebruiken. Zo niet loopt u risico op snelle beschadiging, slechte isolatie en foutstroom. |